Schooltoets met een afnamemoment in het midden en aan het einde van het schooljaar. Voor groep 3 vindt afname van de toets plaats aan het einde van het schooljaar, voor groep 4 zowel in het midden als aan het einde van het schooljaar en voor...
Schooltoets met een afnamemoment aan het begin en in het midden van het schooljaar. Voor groep 7 vindt afname van de toets plaats in het midden van het schooljaar, voor groep 8 is dit zowel aan het begin als in het midden van het schooljaar....
Leesvaardigheidtoets met een afnamemoment aan het begin en in het midden van het schooljaar. Voor groep 7 vindt afname van de toets plaats in het midden van het schooljaar, voor groep 8 is dit zowel aan het begin als in het midden van het...
Toets bestaande uit twee parallelvormen, elk bestaande uit 100 woorden. De leerling heeft anderhalve minuut de tijd om woorden hardop zo snel en nauwkeurig mogelijk te lezen. De woorden lopen op in moeilijkheidsgraad van eenlettergrepige woorden...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Observatieschaal met twee delen: I. Afwijkend gedrag (7 trichotome items) en II. Algemeen gedrag (16 visueel analoge schalen). Algemeen gedrag omvat drie factoren: Sociale activiteit, Taalgebruiksstoornis en Zelfverzorging. De vragen worden...
Begeleidingsinstrument van vier items waarop patiënt op zevenpuntsschalen moet aangeven hoe hij zich de laatste twee weken heeft gevoeld. De items vormen een verkorte versie van de subschaal Subjectieve moeheid van de CIS (23B.16).De VVV kan...
Vragenlijst gebaseerd op de Patient Request Form van Lazare e.a., 1972, met 61 items. De cliënt beantwoordt de wensen of hulpvragen op een driepuntsschaal van ‘helemaal niet' tot ‘dit is precies wat ik wil'. De HVL omvat zes schalen: 1....
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.