Schooltoets bestaand uit vijf onderdelen met een oplopende moeilijkheidsgraad:1. Spelling: toets bestaande uit 24 dicteewoorden en 23 vierkeuzevragen, waarvan 4 opgaven met onveranderlijke woorden, 2 opgaven met standaard uitdrukkingen, 6...
Schooltoets bestaand uit vijf onderdelen met een oplopende moeilijkheidsgraad:1. Spelling: dictee bestaande uit 45 woorden.2. Begrijpend lezen: 10 teksten met 44 meerkeuze items.3. Rekenen: rekentoets met 73 opgaven.4. Woordenschat: 36 woorden...
Vragenlijst bestaande uit 144 gedragsbeschrijvende items. Deze items vallen onder vijf domeinen met achttien verschillende facetten:- Emotionele stabiliteit: angst en zelfvertrouwen.- Extraversie: energie, expressiviteit, optimisme en...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De schooltoets is een representatieve steekproef uit de Nieuwe Streeflijst Woordenschat voor 6-jarigen (Kohnstamm, 1981) en bestaat uit 50 vragen en enkele voorbeelden. De opgaven zijn ontleend aan de Passieve Woordenschattaak uit de TAK,...
Ordenen bestaat uit twee schooltoetsen met elk 42 opdrachten: voor de jongste kleuters een platenboek en voor de oudste kleuters een platenboek. Beide toetsen kunnen in twee of drie periodes worden afgenomen.Bij elke opdracht moet het goede...
De toets bestaat uit 32 opdrachten voorafgegaan door een oefenitem. Het receptieve deel heeft 27 opdrachten waarbij het kind een plaatje moet aanwijzen en omvat Kleur, Vorm, Vergelijken, Classificeren, Grootte en Tellen. Het tweede deel heeft...
Begeleidingsinstrument van vier items waarop patiënt op zevenpuntsschalen moet aangeven hoe hij zich de laatste twee weken heeft gevoeld. De items vormen een verkorte versie van de subschaal Subjectieve moeheid van de CIS (23B.16).De VVV kan...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Methode van materiaalverzameling die telkens aan het door de onderzoeker te behandelen probleem moet worden aangepast. Voor de oorspronkelijke versie en de modificaties zie Persoonlijke Psychologie I en II, Bonarius, 1980.