Test voor het in kaart brengen van cognitieve functies en andere ontwikkelingsfuncties, bestaande uit 30 subtests gericht op zes domeinen: ‘Intelligentie’, ‘Executieve functies’, ‘Psychomotoriek’, ‘Sociaal-emotionele competenties’, ‘Schoolse...
Volg- en adviessysteem, bestaande uit een serie toetsen die de vaardigheid van leerlingen in een aantal kernvaardigheden tijdens de eerste drie leerjaren in kaart brengt. Er zijn vier toetsen beschikbaar:- Toets 0 (Entreetoets): afname aan het...
Computertoets bestaande uit twee delen: een theorietoets en een praktijktoets. De theorietoets bestaat uit 60 vragen, verdeeld over twee taken van 30 vragen. De toets bevat vragen over vijf categorieën van onderwerpen: constructies,...
Beoordelingsschaal gericht op de communicatieve ontwikkeling van kinderen, bestaande uit 32 items. Het instrument is opgebouwd uit vier subschalen en één hoofdschaal:- Vitaliteit en Motoriek (4 items).- Taal-Cognitie (14 items): samengesteld uit...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De SIG-A is een voor jonge adolescenten bewerkte versie van de SIG. De vragenlijst heeft 47 items, waarbij voor elke situatie m.b.v. een vierpuntsschaal aangegeven moet worden hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men door eigen...
‘State’ vragenlijst met 50 items waarbij men bij elke situatie m.b.v. een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men in die situatie verkeert door eigen toedoen. De vier subschalen zijn: NEG, het uiten van...
Evaluatieschaal met 77 items gebaseerd op het model van Leary (1957) voor interpersoonlijk gedrag. De uitspraken worden beantwoord op vijfpuntsschalen door de leerlingen (hoe zij de leerkracht zien) en door de leerkracht (hoe deze zichzelf...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Vragenlijst met 50 items, bestaande uit twee vormen, de Zelfvorm en de Partnervorm waarbij cliënt resp. de houding tegenover de partner en partners houding tegenover cliënt beoordeelt door op een zespuntsschaal aan te geven in hoeverre een...