Vragenlijst met 23 uitspraken, waarmee wordt beoogd de kwaliteit van het gezinsfunctioneren te meten. De vragenlijst heeft twee schalen, te weten ‘Waardering’ en ‘Samenwerking’. De schaal ‘Waardering’ heeft betrekking op het affectief klimaat...
Vragenlijst die deel uitmaakt van de set Vragenlijsten Gezin en Opvoeding, dit zijn vier vragenlijsten die diverse aspecten van de opvoedingsomgeving in beeld brengen. De VGFO bevat 28 vragen waarmee vijf aspecten van het gezinsfunctioneren...
Vragenlijst met veertig items en acht subschalen waarmee wordt onderzocht welke leiderschapsstijl cliënt hanteert: Directief, Overtuigend, Participerend, Delegerend, Middenpositie, Resultaatgericht, Relatiegericht en Actief-Passief. De...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Schooltoets (2 parallelvormen A en B) die niet gebonden is aan een bepaalde lees- of taalmethode. Na een informatieve tekst moet de leerling vragen beantwoorden die betrekking hebben op woord-, zins- of tekstniveau en kiest daarbij uit vier...
De test bestaat uit zes onderdelen: Spontane taalproduktie (een semi-gestandaardiseerd gesprek met beoordeling op zes neurolinguïstische niveaus), de Tokentest (beoordeling van juiste en onjuiste reacties) en de vier linguïstische subtests...
Vier taakgerichte schooltoetsen die bepaalde aspecten van het begrijpend lezen meten, nl. begrijpen van de betekenis van geschreven woorden (Synoniementest, 30 items), begrijpen van geschreven woorden die telkens elkaars tegenstelling zijn...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Vragenlijst met 50 items, bestaande uit twee vormen, de Zelfvorm en de Partnervorm waarbij cliënt resp. de houding tegenover de partner en partners houding tegenover cliënt beoordeelt door op een zespuntsschaal aan te geven in hoeverre een...
De schaal bestaat uit 24 multiple-choice items die naar vier sociale situaties verwijzen, t.w. A. sociale interactiesituaties waarin men opvalt; B. beoordelingssituaties; C. nieuwe en onverwachte situaties en D. gezelligheids- en informele...