Computertaak voor het meten van cognitieve functies. De taak bestaat uit zeven blokken met verschillende aantallen trials waarin het kind verschillende opdrachten moet uitvoeren:Blok 1 ‘Enkelvoudige verwerkingssnelheid’ (20 trials): het kind...
Vragenlijst met 338 vragen/beweringen die met ‘Akkoord’ of ‘Niet akkoord’ worden beantwoord. De items zijn een selectie uit de 567 items van de MMPI-2. De vragenlijst is opgebouwd uit de volgende typen schalen: validiteitsschalen,...
Vragenlijst met 567 vragen/beweringen die met ‘Akkoord' of ‘Niet akkoord' worden beantwoord. De test is opgebouwd uit de volgende typen schalen:- de validiteitsschalen;- de klinische hoofdschalen;- de inhoudsschalen;- de supplementaire schalen;-...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Vragenlijst met 30 items die zes subschalen omvatten: Zakelijkheid, Prestatiemotivatie, Variëteit, Besluitvaardigheid, Orde en netheid, Doelgerichtheid. Elk item bestaat uit drie uitspraken waarvan moet worden aangegeven welke het meest en...
Computergestuurde batterij die door psycholoog wordt afgenomen. De patiënt krijgt op een kleurenmonitor de instructies en opdrachten, de psycholoog zit naast hem en krijgt de volledige afname-instructies op zijn monitor. De batterij bestaat uit...
Vragenlijst met 40 items die drie subschalen omvatten: 1. Aangenaam-intense fantasiestijl (18 items), Heldhaftig-agressieve fantasiestijl (10 items) en Onaangename fantasiestijl (12 items). Na de voorgelezen vragen moeten kinderen een antwoord...
Vragenlijst met 64 items die op zevenpuntsschalen van ‘zeer slecht van toepassing' tot ‘zeer goed van toepassing' beantwoord moeten worden. De items omvatten vier factoren: Manipuleren (21 items), Recht door Zee (12 items), Assertiviteit (13...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Schaal met 21 vierkeuze-items waarbij cliënt moet aangeven welke uitspraak per item het beste weergeeft hoe hij zich de afgelopen week met vandaag erbij, heeft gevoeld. De items hebben o.a. betrekking op observeerbaar depressief gedrag,...