Online postbaksimulatie (work sample), waarmee wordt beoogd om zes operationele managementcompetenties te meten: ‘Probleemanalyse’, ‘Oordeelsvorming’, ‘Delegeren’, ‘Prioriteiten stellen’, ‘Plannen en organiseren’ en ‘Voortgangscontrole’. Tevens...
Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De test bestaat uit twee delen:Deel 1: reeks omcirkelde getallen, die in volgorde van 1 tot 25 door lijnen verbonden moeten worden.Deel 2: reeks omcirkelde getallen en letters, waarbij de corresponderende letters en getallen verbonden moeten...
Vragenlijst met 81 items waarvan er 64 verdeeld zijn over vier subschalen: Verwerping (25 items), Emotionele warmte (18 items), Overbescherming (16 items) en Verwenning (5 items). Cliënt moet de items apart beantwoorden voor het optreden van de...
Observatieschaal met 123 gedragsbeschrijvingen (in groepjes van vier tot tien) die wordt ingevuld door onderwijsgevenden. De items zijn verdeeld over 19 situaties die ingedeeld zijn in vijf hoofdcategorieën: Interactie met onderwijzer(es),...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.