Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Vragenlijst bestaande uit drie delen met in totaal 88 vragen. Het eerste deel bestaat uit 40 vragen met twee antwoordmogelijkheden. De cliënt krijgt de opdracht om het antwoord aan te kruisen dat het best omschrijft wat hij/zij vindt of hoe...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De test is geconstrueerd naar analogie van de National Adult Reading Test van H.E. Nelson en A. O'Connell en bestaat uit een kaart met 50 woorden die een onregelmatige uitspraak hebben. Cliënt moet de woorden hardop voorlezen.Naast diagnostiek...
Observatieschaal met 28 items die drie subschalen omvatten: Apathie (9 items), Cognitie (9 items) en Affect (10 items) met vier antwoordcategorieën. De schaal wordt ingevuld door twee ziekenverzorgers/verpleegkundigen die de patiënt dagelijks...
De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.
Schaal met 20 eenvoudig geformuleerde items die zelfstandig kunnen worden ingevuld. Er zijn vier a priori subschalen: Somatic-Retarded Activity, Depressed Affect, Positive Affect en Interpersonal Affect.De items zijn ontleend aan de Zungschaal,...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Vragenlijst met 26 items. Cliënt moet aangeven hoe vaak per maand bepaalde klachten zoals hoofdpijn, duizeligheid, gevoel flauw te vallen e.d. voorkomen. Frequentiescoring op een zespuntsschaal.