Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De test is ontwikkeld vanuit het tweede deel van het Standaard Reactie Instrument, SRI, in het kader van het Reactie Patronen Onderzoek (Rink 1999).De ASL bestaat uit 28 situatiebeschrijvingen. Deze situatiebeschrijvingen bevatten steeds één van...
Vragenlijst bestaande uit twee schalen: 20 items betreffen toestandsangst (DY 1) en 20 items betreffen angstdispositie (DY 2). Cliënt antwoordt op vierpuntsschaal van ‘geheel niet' (score 1) tot ‘zeer veel' (score 4) en ‘bijna nooit' (score 1)...
Drie taakgerichte schooltoetsen die bepaalde aspecten van begrijpend lezen beogen te meten, nl. identificeren/afleiden van een hoger begrip uit een aantal concrete begrippen (Begrippenlijst, 28 items), het begrijpen van de betekenis van...
Schooltoets bestaand uit twee kaarten met elk 116 pseudowoorden in oplopende moeilijkheidsgraad. De Klepel is gebaseerd op de dual-route theorie van het technisch lezen (Coltheart, 1978/1980) en dient samen met de Een-Minuut-Test (Brus &...
Vragenlijst bestaande uit twee schalen; de 20 items van de toestandsangstschaal vragen hoe het kind zich nu voelt, de 20 items van de angstdispositieschaal vragen hoe het kind zich in het algemeen voelt. Driepuntsantwoordschalen. Bij elke...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.
Vragenlijst met 50 items, bestaande uit twee vormen, de Zelfvorm en de Partnervorm waarbij cliënt resp. de houding tegenover de partner en partners houding tegenover cliënt beoordeelt door op een zespuntsschaal aan te geven in hoeverre een...