Vragenlijst met 36 stellingen, die verdeeld zijn over twee subdimensies, die elk weer bestaan uit twee specifieke dimensies. De subdimensie ‘Interpersoonlijke vaardigheden' (VPV-Inter) bestaat uit de specifieke dimensies ‘Relationele...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Toets bestaande uit twee leeskaarten, A en B. Kaart A ‘de kat' bestaat uit 284 woorden, kaart B ‘de mug' bestaat uit 282 woorden. Kaart A bestaat uit meer eenvoudige woorden dan kaart B en is geschikt voor de zwakke leerling, kaart B is geschikt...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De DLS is de opvolger van de DIBO (1980) en de I-VBO toets (1987) en maakt deel uit van het onderwijsverbeteringsproject Hulp Op Maat. De toets bestaat uit 17 subtests zoals Dictee, Woorden met gelijke betekenis, Figurenreeksen enz. elk met 20...
Schaal bestaande uit 60 items die drie subschalen omvatten: Sterkte van excitatie (SE), Sterkte van inhibitie (SI) en Mobiliteit (MO) elk met 20 items. Cliënt moet op vierpuntsschalen van "helemaal eens" tot "helemaal oneens" aangeven of de...
Schaal met 44 items. Men beantwoordt op visueel analoge schalen (van "doe ik nooit" tot "doe ik altijd") in hoeverre men gebruik maakt van de volgende copingstrategieën: 1. Aandacht afleiden, 2. Herinterpreteren van pijnsensaties, 3. Zelf...
Observatieschaal met 39 items die door de leerkracht worden gescoord op een vierpuntsschaal van ‘helemaal niet' tot ‘heel vaak'. De items betreffen gedrag in de klas, participatie in de groep en houding tegenover autoriteit en omvatten vijf...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Vragenlijst met 50 items, bestaande uit twee vormen, de Zelfvorm en de Partnervorm waarbij cliënt resp. de houding tegenover de partner en partners houding tegenover cliënt beoordeelt door op een zespuntsschaal aan te geven in hoeverre een...