Vragenlijst met 127 items in de vorm van stellingen met drie antwoordmogelijkheden (‘juist', ‘onjuist' en ‘?') . Er worden vijf hoofdfactoren onderscheiden met 13 onderliggende schalen:1) Eigenwaarde/zelfwaardering: subjectief geheel aan...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Vragenlijst bestaand uit 60 items gericht op sociaal-emotionele problematiek van leerlingen in de schoolsituatie. De items zijn verdeeld over drie factoren die elk twee subschalen bevatten:1. Inzet voor school:a. Houding tegenover huiswerk (14...
Begeleidingsinstrument bestaand uit een zelfbeoordelingslijst voor leerlingen vanaf eind groep 5. De leerlinglijst is gebaseerd op veel gebruikte lijsten in Nederland en daarbuiten en heeft 42 uitspraken. De leerling geeft op een vierpuntsschaal...
Begeleidingsinstrument bestaand uit een observatielijst voor de leerkracht. Uitgangspunt voor de leerkrachtlijst is de herziene LICOR-lijst 1996/1998 en een eerder ontwikkeld instrument van K. van Putten, 1987, aangevuld met enkele items. De...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De toets bestaat uit 40 opdrachten voorafgegaan door een oefenitem. Het receptieve deel heeft 30 opdrachten waarbij het kind een plaatje moet aanwijzen en omvat Lichaamsdelen, Houdingen, Bewegingen, Positie in de ruimte en Richting en afstand in...
Vragenlijst met 130 items die zelfstandig door ouder of verzorger wordt ingevuld of voorgelezen. Bij elke uitspraak moet op een driepuntsschaal aangegeven worden of deze nu of in de afgelopen zes maanden van toepassing is geweest. De uitspraken...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Schaal met 24 items die vragen naar leefgewoonten. Uit de drie tot vijf antwoordmogelijkheden moet er één aangekruist worden die het meest van toepassing is.