Vragenlijst met 66 items/stellingen verdeeld over vier schalen. De eerste 36 stellingen hebben betrekking op de schalen ‘Adaptieve coping’ (20 items, waarbij de score op één item niet wordt meegenomen bij de berekening van de schaalscore) en...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Observatieschaal bestaande uit twee domeinen: het domein Sociale Ontwikkeling (76 items) en het domein Emotionele Ontwikkeling (76 items). De items zijn ondergebracht in leeftijdsblokken. Tot 3 jaar omvatten de leeftijdsblokken elk een half...
Vragenlijst die een profiel oplevert waarmee een passende functie, beroep of opleiding gezocht kan worden. De PPT is de voor selectie bewerkte versie van het Beroepskeuze Zelf Onderzoek, 1995.Er zijn vier subtests, deze hebben betrekking op...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Begeleidingsinstrument met 20 items die vier subschalen omvatten: Subjectieve moeheid (8 items), Concentratie (5 items), Motivatie (4 items) en Lichamelijke activiteit (3 items). Op zevenpuntsschalen van "ja, dat klopt" tot "nee, dat klopt...
Het BZO is een begeleidingsinstrument dat jongeren en volwassenen helpt bij het nadenken over opleidings- of beroepskeuze. Het wordt zelfstandig (eventueel thuis) ingevuld, gescoord en geïnterpreteerd.In het testboekje beantwoordt de gebruiker...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.