Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
De VAT bestaat uit twee series van zes tekeningen met één of twee objecten. De tekeningen zijn in boekvorm of als PC-programma beschikbaar. Op de associatieplaten staat een combinatie van een cue en een doelstimulus. Op de andere platen staat...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Vragenlijst met 42 items die vier subschalen omvatten: Aandachtstekort AT (9 items), Hyperactiviteit/impulsiviteit HA (9 items), Oppositional Defiant Disorder ODD (8 items) en Conduct Disorder CD (16 items). De ouders en/of leerkracht (die goed...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Therapiegerichte test met 10 subtests op woord- en zinsniveau.De taalbegripsubtests zijn: Werkwoordbegrip, Grammaticaliteitsbeoordeling en Zinsbegrip.De taalproductiesubtests zijn: Benoemen van acties, Invullen van werkwoorden in zinnen (twee...
De vragenlijst bevat 42 items die vier subschalen omvatten: Aandachtstekort (9 items), Hyperactiviteit/impulsiviteit (9 items), Oppositional Defiant Disorder ODD (8 items) en Conduct Disorder CD (16 items). De ouders en/of leerkracht (die het...
Schaal met 22 items die betrekking hebben op in het dagelijks leven direct waarneembare vormen van grove motoriek zoals zitten, lopen, wandelen etc. Oplopende moeilijkheidsgraad.De SMZ dient ingevuld te worden door iemand die betrokkene goed...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.