Test bestaande uit drie subtests, ‘Matrices’, ‘Puzzels’ en ‘Gewichten’, van ieder 25 items. Bij ‘Matrices’ kijkt het kind naar een onvolledige matrix en selecteert uit acht antwoordopties het antwoord dat in het lege vak hoort en de matrix...
Cognitieve capaciteiten test die verbale, numerieke en ruimtelijke subtests bevat en uit items bestaat die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de jaargroepen zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Vragenlijst met 129 items voor het meten van het begrip ‘mobiliteit van geest'. Onder ‘mobiliteit van geest' wordt verstaan: de mate waarin door de persoon zelf bepaald wordt waarop de geest gericht is en het vermogen, ondanks verstoringen van...
Toets bestaande uit twee leeskaarten, A en B. Kaart A ‘de kat' bestaat uit 284 woorden, kaart B ‘de mug' bestaat uit 282 woorden. Kaart A bestaat uit meer eenvoudige woorden dan kaart B en is geschikt voor de zwakke leerling, kaart B is geschikt...
Test met verbale, numerieke en ruimtelijke subtests en items die gebaseerd zijn op in Nederland gangbare intelligentietests. Voor elk van de drie jaargroepen 4, 6 en 8 zijn er vijf subtests met gelijke inhoud maar opklimmende moeilijkheidsgraad:...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De BNT heeft 12 subtests met max. 30 items (behalve S&N) en is samengesteld uit schoolse, intellectuele en praktische taken. De test bestaat uit de meer verbale subtests Woorden, Lezen, Zinnen en Overeenkomsten, de meer exacte subtests...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Vragenlijst met 50 items, bestaande uit twee vormen, de Zelfvorm en de Partnervorm waarbij cliënt resp. de houding tegenover de partner en partners houding tegenover cliënt beoordeelt door op een zespuntsschaal aan te geven in hoeverre een...