Vragenlijst met in totaal 25 positief en negatief geformuleerde stellingen die betrekking hebben op het gedrag van het kind in de afgelopen zes maanden, verdeeld over vijf subschalen (vier probleemschalen en een ‘pro-sociaal...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Vragenlijst met 35 items gericht op afzonderlijke facetten van het zelfconcept ofwel competentiebeleving. Het instrument heeft zeven schalen, elk bestaand uit vijf items: Schoolvaardigheden, Sociale acceptatie, Sportieve vaardigheden, Fysieke...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De observatieschaal ZAS heeft zes subschalen (totaal 40 items) waarin de geboden zorg op zes gebieden moet worden aangegeven (‘patiënt voert taak zelfstandig uit' tot ‘wordt geheel door begeleiderovergenomen') en 1 subschaal waarin de...
Vragenlijst met 50 items die vijf subschalen omvatten:Piekeren (PI, 12 items), Rigiditeit (RI, 14 items), Behoefte aan waardering (BW, 7 items), Externe Controle (EC, 7 items), Probleemvermijding (PV, 10 items).Op vijfpuntsschalen moet worden...
Schaal met 32 items betreffende storend gedrag. Invulling door de groepsleiding c.q. de leerkracht. Vijf frequentieniveaus. De SGZ heeft drie subschalen: A, Agressief storend gedrag (8 items), V, Verbaal storend gedrag (5 items) en G, Gemengd...
Vragenlijst met 24 items van vier woorden. De werknemer moet aangeven welk woord hem in de werksituatie het best (B) en het minst (M) beschrijft. De vragenlijst is gebaseerd op het model van W.M. Marston, 1928 dat de eigenschappen Dominantie,...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...