Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Vragenlijst met 33 items gericht op eetgedrag met vijf antwoordalternatieven: nooit (1), zelden (2), soms (3), vaak (4) en zeer vaak (5). Een voorbeelditem is: ‘Als u iets tegenzit of verkeerd gaat, heb u dan zin om iets te eten?' De NVE bestaat...
Vragenlijst bestaande uit 34 items die verdeeld zijn over vier subschalen. De subschalen zijn: Herbeleving (7 items), Vermijding (11 items), Verhoogde Prikkelbaarheid (6 items) en Overige Kindspecifieke Reacties (10 items). Op basis van de...
Vragenlijst bestaande uit 33 items met vijf antwoordalternatieven. Drie theorieën liggen aan de vragenlijst ten grondslag: de psychosomatische theorie, de externaliteitstheorie en de theorie van lijngericht eetgedrag. Op basis van het gevonden...
Vragenlijst bestaande uit 34 items die verdeeld zijn over vier subschalen. De subschalen zijn: Herbeleving (7 items), Vermijding (11 items), Overgeprikkeldheid (6 items) en Overige Kindspecifieke Reacties (10 items). Tevens wordt er een...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Vragenlijst met 30 items die zes subschalen omvatten: Zakelijkheid, Prestatiemotivatie, Variëteit, Besluitvaardigheid, Orde en netheid, Doelgerichtheid. Elk item bestaat uit drie uitspraken waarvan moet worden aangegeven welke het meest en...
Evaluatieschaal t.b.v. het spellingonderwijs in de vorm van een taakanalytisch systeem dat de spellingcategorieën van de volgende dictees hiërarchisch ordent:A. Diagnosedictee 4, OBD-Eindhoven (1978), t.b.v. groep 4;B. Praxisdictees 3.1, 4.1 en...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test bestaat uit twee subtests: rekenvaardigheid en cijferreeksen. De eerste bestaat uit 80 rekenopgaven, waarbij het juiste antwoord uit vier alternatieven gekozen moet worden. Cijferreeksen bestaat uit 26 opgaven waarbij uit vijf...