Schooltoets bestaand uit vijf onderdelen met een oplopende moeilijkheidsgraad:1. Spelling: toets bestaande uit 24 dicteewoorden en 23 vierkeuzevragen, waarvan 4 opgaven met onveranderlijke woorden, 2 opgaven met standaard uitdrukkingen, 6...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Test voor het visuele geheugen, in het bijzonder de capaciteit van het kortetermijn-/werkgeheugen, het leervermogen en het langetermijngeheugen en herkenning van visuele in-formatie. Met behulp van een computerscherm worden vijftien testfiguren...
Schooltoets bestaand uit vijf onderdelen met een oplopende moeilijkheidsgraad:1. Spelling: dictee bestaande uit 45 woorden.2. Begrijpend lezen: 10 teksten met 44 meerkeuze items.3. Rekenen: rekentoets met 73 opgaven.4. Woordenschat: 36 woorden...
Vragenlijst bestaande uit tien inhoudsschalen en twee controleschalen met in totaal 62 items. Een informant beantwoordt de items op een driepuntsschaal. Met de inhoudsschalen wordt de cliënt op tien persoonlijkheidskenmerken beoordeeld:- Sociaal...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Vragenlijst bestaande uit twee schalen: 20 items betreffen toestandsangst (DY 1) en 20 items betreffen angstdispositie (DY 2). Cliënt antwoordt op vierpuntsschaal van ‘geheel niet' (score 1) tot ‘zeer veel' (score 4) en ‘bijna nooit' (score 1)...
Vragenlijst bestaande uit twee schalen; de 20 items van de toestandsangstschaal vragen hoe het kind zich nu voelt, de 20 items van de angstdispositieschaal vragen hoe het kind zich in het algemeen voelt. Driepuntsantwoordschalen. Bij elke...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.