Vragenlijst met 23 uitspraken, waarmee wordt beoogd de kwaliteit van het gezinsfunctioneren te meten. De vragenlijst heeft twee schalen, te weten ‘Waardering’ en ‘Samenwerking’. De schaal ‘Waardering’ heeft betrekking op het affectief klimaat...
Vragenlijst die deel uitmaakt van de set Vragenlijsten Gezin en Opvoeding, dit zijn vier vragenlijsten die diverse aspecten van de opvoedingsomgeving in beeld brengen. De VGFO bevat 28 vragen waarmee vijf aspecten van het gezinsfunctioneren...
Screeningsinstrument met twee versies: een zelfrapportagelijst voor kinderen en jongeren en een oudervragenlijst. De zelfrapportagelijst heeft 28 items en de oudervragenlijst heeft 17 items. De zelfrapportagelijst heeft twee (hogere orde)...
Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Vragenlijst met twee onderdelen: 10 Behoeftenschalen die naar voorkeur voor bepaald gedrag en een bepaalde werkomgeving vragen en10 Rollenschalen die naar de waarneming van gedrag in werksituaties vragen.De PAPI is gebaseerd op de behoefte-druk...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Schaal met 20 eenvoudig geformuleerde items die zelfstandig kunnen worden ingevuld of door getrainde interviewers worden voorgelezen. Er zijn vier a priori subschalen: Depressief gevoel (11 items), Interpersoonlijk (4 items), Positief gevoel (4...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De schaal omvat vier subschalen met elk 12 items: EO, eenzaamheid in de relatie met ouders; EL, eenzaamheid in de relatie met leeftijdgenoten; AN, aversie tegen of negatief beleefd alleen-zijn; AP, affiniteit voor of positief beleefd...