Leervorderingentoets die meet wat een leerling in leerjaar één van het voortgezet onderwijs heeft geleerd in vergelijking met andere leerlingen op het gebied van de volgende kernvaardigheden: Nederlands leesvaardigheid, Nederlands woordenschat,...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Vragenlijst gericht op de beleving van het kind van schoolse taken. Er zijn in totaal 89 items en vier schalen:- Prestatiemotivatie (P): de intrinsieke motivatie van een kind om te presteren.- Negatieve Faalangst (F-): angst om te falen waardoor...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Vragenlijst, voor jongens en meisjes aparte formulering, met 252 uitspraken betreffende ontwikkelingsaspecten. De ouders of verzorgers die het kind goed kennen, geven m.b.v. drie antwoordcategorieën aan of het kind het beschreven gedrag al dan...
De test bestaat uit 70 onafgemaakte zinnen (stammen), die cliënt met, bij voorkeur, eerste invallen moet aanvullen. Van de niet ingevulde zinnen wordt mondeling een aanvulling gevraagd. Voor jongere kinderen bestaat er een kinderversie. In de...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Vragenlijst met 70 items zoals: ‘Spraakzaam, praat veel, tegen iedereen' en ‘Heeft weinig vertrouwen in zijn medemens, cynisch'. Cliënt geeft aan in hoeverre de uitspraak op hem van toepassing is op een zevenpuntsschaal die loopt van ‘absoluut...
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...