Leervorderingentoets die meet wat een leerling in leerjaar één van het voortgezet onderwijs heeft geleerd in vergelijking met andere leerlingen op het gebied van de volgende kernvaardigheden: Nederlands leesvaardigheid, Nederlands woordenschat,...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Schaal bestaande uit 40 items die een gedraging beschrijven. Er zijn twee versies: een versie voor kinderen en adolescenten van 3 tot 18 jaar en een versie voor volwassenen vanaf 18 jaar. Op een vierpuntsschaal moet worden aangegeven hoe vaak...
Test voor het meten van intellectuele capaciteiten en vaardigheden bestaande uit een Taaltest en acht subtests. Bij de keuze van de subtests is uitgegaan van een representatie van een breed spectrum van intelligentiefactoren, zoals verbaal,...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Begeleidingsinstrument met 20 items die vier subschalen omvatten: Subjectieve moeheid (8 items), Concentratie (5 items), Motivatie (4 items) en Lichamelijke activiteit (3 items). Op zevenpuntsschalen van "ja, dat klopt" tot "nee, dat klopt...
De MPVC is met uitzondering van twee items gelijk aan de MPVH en bestaat uit 52 items met antwoordcategorieën juist, ? en onjuist. Patiënt moet aangeven welk antwoord de laatste tijd op hem van toepassing is. De vier subschalen zijn...
Vragenlijst met 40 items, waarvan 26 de vier subschalen vormen: 1. Sociale steun zoeken, 8 items; 2. Depressieve reactie, 8 items; 3. Positief denken, 8 items; 4. Opwinding, 2 items. Cliënt beantwoordt de vragen op vierpuntsschalen van beslist...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...