Leervorderingentoets die meet wat een leerling in leerjaar één van het voortgezet onderwijs heeft geleerd in vergelijking met andere leerlingen op het gebied van de volgende kernvaardigheden: Nederlands leesvaardigheid, Nederlands woordenschat,...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Schaal bestaande uit 40 items die een gedraging beschrijven. Er zijn twee versies: een versie voor kinderen en adolescenten van 3 tot 18 jaar en een versie voor volwassenen vanaf 18 jaar. Op een vierpuntsschaal moet worden aangegeven hoe vaak...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De schooltoets bestaat uit 12 bladen met 274 in moeilijkheidsgraad opklimmende sommen. Per groep maken de leerlingen steeds twee bladen meer, behalve de reeds volledig goed gemaakte bladen. De toets is een onderdeel van het DLE...
De toets heeft drie niveaus elk met 40 open opgaven.De niveaus komen grotendeels overeen met niveaus 1 t/m 3 van de "Eindtermen Educatie", eerste voorlopige versie (PROVE, 1996). Voor het maken van de toets is een leesvaardigheidsniveau van...
Observatieschaal in de vorm van de Q-sort techniek. Levert een systematische beschrijving van gedrag en beleven van het kind op.Bestaat uit 100 kaartjes met uitspraken en negen enveloppen. De leraar (of andere informant) beoordeelt hoe goed elke...
Vragenlijst met 40 items, waarvan 26 de vier subschalen vormen: 1. Sociale steun zoeken, 8 items; 2. Depressieve reactie, 8 items; 3. Positief denken, 8 items; 4. Opwinding, 2 items. Cliënt beantwoordt de vragen op vierpuntsschalen van beslist...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...