Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Adaptieve vragenlijst met in totaal 158 items, waarvan gemiddeld 32 items per testafname worden gemaakt. Alle items zijn gebaseerd op het dominospel, waarbij de punten zijn vervangen door letters en de ruimtelijke schikking van de letters sterk...
Schooltoets bestaande uit vier onderdelen:Taal- Schrijven van teksten (30 items)- Spelling (20 items)- Begrijpend lezen (30 items)- Woordenschat (20 items)Rekenen-Wiskunde- Getallen en bewerkingen (25 items)- Verhoudingen, breuken en procenten...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De schooltoets heeft 16 taken met elk 25 tot 30 multiple-choice opgaven.Taken Taal: Schrijven van teksten, Spellen, Herkennen van de persoonsvorm, Begrijpend lezen, Woordenschat. Taken Rekenen-Wiskunde: Getallen, bewerkingen, breuken,...
De observatieschaal ZAS heeft zes subschalen (totaal 40 items) waarin de geboden zorg op zes gebieden moet worden aangegeven (‘patiënt voert taak zelfstandig uit' tot ‘wordt geheel door begeleiderovergenomen') en 1 subschaal waarin de...
Een vragenlijst met 31 items die op zespuntsschalen beantwoord moeten worden, van ‘zeer mee eens' tot ‘zeer mee oneens'.Vijf subschalen: Behoefte aan structuur (8 items), Behoefte aan voorspelbaarheid (6 items), Besluitvaardigheid (7 items),...
Schaal met 44 items. Men beantwoordt op visueel analoge schalen (van "doe ik nooit" tot "doe ik altijd") in hoeverre men gebruik maakt van de volgende copingstrategieën: 1. Aandacht afleiden, 2. Herinterpreteren van pijnsensaties, 3. Zelf...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...