Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
De toetsen Technisch Lezen zijn onderdeel van een leerlingvolgsysteem en meten de technische leesvaardigheid van leerlingen uit groep 6 tot en met groep 8. De toets voor deze groepen bestaat uit één schaal, te weten Leestempo. Na de instructie...
Testbatterij bestaande uit negen subtests:1. Ruimteschepen (selectieve aandacht): het kind moet zoveel mogelijk doelen of paren van twee dezelfde ruimteschepen vinden op een blad met afleidende stimuli.2. Tel mee (volgehouden aandacht): het kind...
Toets bestaande uit twee delen, de Doorstreepleestoets 1 (DLT1) en de Doorstreepleestoets 2 (DLT2). De DLT1 bestaat uit eenlettergrepige woorden en is geschikt voor leerlingen uit alle groepen. De DLT2 bestaat uit tweelettergrepige woorden en is...
Test bestaande uit 240 groepjes van 2, 3 of 4 piepjes, auditief aangeboden op de computer. Opdracht voor de cliënt is om bij het herkennen van een groep van drie piepjes te reageren door op de spatiebalk te drukken. De tijd tussen de...
Drie leeskaarten, elk met specifieke woordtypen, die achtereenvolgens één minuut hardop moeten worden gelezen. Er zijn van elke kaart drie parallelversies. Tevens twee diagnostische toetsen: een grafementoets en een toets voor auditieve...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Begeleidingsinstrument met 20 items verdeeld over vijf subschalen: Algemene vermoeidheid, Lichamelijke vermoeidheid, Reductie in activiteit, Reductie in motivatie, Cognitieve vermoeidheid. Patiënt moet op een vijfpuntsschaal aangeven in...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Vragenlijst met tien items waarbij cliënt gevraagd wordt hoe hij zich op een bepaald moment voelt (toestandsboosheid) en tien items die vragen naar hoe hij zich in het algemeen voelt (boosheidsdispositie). Cliënt antwoordt op een vierpuntsschaal...