Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Vragenlijst bestaand uit 60 items gericht op sociaal-emotionele problematiek van leerlingen in de schoolsituatie. De items zijn verdeeld over drie factoren die elk twee subschalen bevatten:1. Inzet voor school:a. Houding tegenover huiswerk (14...
Evaluatieschaal bestaande uit tien items, die onder de twee schalen vallen: Autonomie (zeven items) en Sociaal Optimisme (drie items). Het centraal stellen van mogelijkheden en competenties wordt in dit instrument benadrukt. De onderzochte...
Vragenlijst met 43 items verdeeld over twee subschalen: Negatief Zelf Georiënteerde Denkstijl (NZD, 28 items) en Positief Zelf Georiënteerde Denkstijl (PZD, 15 items).De cliënt moet op een vijfpuntsschaal van ‘nooit' tot ‘altijd', invullen hoe...
Begeleidingsinstrument bestaand uit een zelfbeoordelingslijst voor leerlingen vanaf eind groep 5. De leerlinglijst is gebaseerd op veel gebruikte lijsten in Nederland en daarbuiten en heeft 42 uitspraken. De leerling geeft op een vierpuntsschaal...
Begeleidingsinstrument bestaand uit een observatielijst voor de leerkracht. Uitgangspunt voor de leerkrachtlijst is de herziene LICOR-lijst 1996/1998 en een eerder ontwikkeld instrument van K. van Putten, 1987, aangevuld met enkele items. De...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Schooltoets bestaand uit vier woordleeskaarten met 30 tot 33 items van gelijk moeilijkheidsniveau per kaart. De kaarten lopen geleidelijk op w.b. complexiteit van de orthografische structuren. Het bereik komt globaal overeen met AVI-niveaus 1...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test omvat zeven subtests: 1. Begrip van woorden, 2. Begrip van zinnen, 3. Benoemen, 4. Opnoemen van woorden, 5. Spontaan taalgebruik, 6. Klankdiscriminatie, 7. Zinnen maken. Subtests 1 t/m 5 vormen samen de SAN-kernbatterij. Het materiaal...