Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Schooltoets bestaande uit vier onderdelen:Taal- Schrijven van teksten (30 items)- Spelling (20 items)- Begrijpend lezen (30 items)- Woordenschat (20 items)Rekenen-Wiskunde- Getallen en bewerkingen (25 items)- Verhoudingen, breuken en procenten...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Therapiegerichte test met 10 subtests op woord- en zinsniveau.De taalbegripsubtests zijn: Werkwoordbegrip, Grammaticaliteitsbeoordeling en Zinsbegrip.De taalproductiesubtests zijn: Benoemen van acties, Invullen van werkwoorden in zinnen (twee...
De schooltoets heeft 16 taken met elk 25 tot 30 multiple-choice opgaven.Taken Taal: Schrijven van teksten, Spellen, Herkennen van de persoonsvorm, Begrijpend lezen, Woordenschat. Taken Rekenen-Wiskunde: Getallen, bewerkingen, breuken,...
De test, die wordt gepresenteerd als een geheugen- en concentratietest, bestaat uit 30 opgaven: een pagina met vijf stimuluswoorden, een pagina met een optel- of aftreksom en een pagina met vijf responswoorden. De eerste vijf woorden moeten...
Schooltoets (2 parallelvormen A en B) die niet gebonden is aan een bepaalde lees- of taalmethode. Na een informatieve tekst moet de leerling vragen beantwoorden die betrekking hebben op woord-, zins- of tekstniveau en kiest daarbij uit vier...
Vier taakgerichte schooltoetsen die bepaalde aspecten van het begrijpend lezen meten, nl. begrijpen van de betekenis van geschreven woorden (Synoniementest, 30 items), begrijpen van geschreven woorden die telkens elkaars tegenstelling zijn...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...