Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Deze schooltoets is een combinatie van een papieren woordleestoets en een digitale spellingtoets met afnamemomenten aan het begin en aan het einde van het schooljaar. De woordleestoets heeft in totaal 8 toetsonderdelen. Elk onderdeel bevat 51...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Vragenlijst met 133 items waarbij respondent op vijfpuntsschalen moet aangeven in welke mate de bewering van toepassing is, van ‘heel zelden’ tot ‘heel vaak’. Er zijn vijf onderdelen die samen 15 subschalen bevatten:Intrapersoonlijke aspecten:...
Observatieschaal met 49 beweringen die door een ouder/verzorger moeten worden aangekruist op een driepuntsschaal: ‘niet-', ‘soms-', ‘duidelijk van toepassing'. Er wordt gevraagd naar het gedrag van het kind gedurende de laatste twee maanden.De...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De DTTL is een niet aan een leesmethode gebonden schooltoets en bestaat uit twee delen:A. een niveaubepalend gedeelte met drie subtoetsen:1. Ontsleutelen van klankzuivere of bijna-klankzuivere woorden, 2. Ontsleutelen van regel-bepaalde woorden,...
Test met 46 opdrachten/vragen aan de hand van plaatjes van alledaagse voorwerpen/situaties. De test is gebaseerd op de theorie van Blank, 1980, en omvat vier abstractieniveaus: I. Matching perception (10 items), II. Selective analysis of...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.