Adaptieve cognitieve vaardighedentest met drie subtests: Figurenreeksen, Matrices en Cijferreeksen. Omdat het een per computer af te nemen adaptieve test (CAT) betreft, krijgt elke kandidaat minimaal 10 en maximaal 15 items uit elke subtest...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Het toetspakket bestaat uit twee toetsen per afnamemoment: een toets M3 die halverwege het schooljaar moet worden afgenomen (januari/februari) en een toets E3 die aan het einde van het schooljaar moet worden afgenomen (mei/juni). De toetsen...
De COVAAR II is een cognitieve vaardighedentest opgebouwd uit drie subtests met elk acht items:- Verbale Analogieën.- Figuratieve Reeksen.- Analogieën met symbolen.De items van de drie subtests staan door elkaar heen. Voorafgaand aan de test...
Niet methodegebonden toets met opklimmende moeilijkheidsgraad. De BRT bestaat uit een Instaptoets die het hoofdrekenen tot 100 meet (50 items), een Hoofdrekengedeelte tot 100 (50 items) met optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, en een...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Schaal geconstrueerd volgens het Mokken model. Vermoeidheid wordt opgevat als een evaluatief motivationeel oordeel over de voortgang van het handelen.De 16 items omvatten de aspecten handelingsbekwaamheid (9 items), handelingsbereidheid (5...
Evaluatieschaal t.b.v. het spellingonderwijs in de vorm van een taakanalytisch systeem dat de spellingcategorieën van de volgende dictees hiërarchisch ordent:A. Diagnosedictee 4, OBD-Eindhoven (1978), t.b.v. groep 4;B. Praxisdictees 3.1, 4.1 en...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Schaal met 20 uitspraken waarbij men bij elke uitsspraak op een vierpuntsschaal moet aangeven in welke mate ze de laatste tijd van toepassing zijn. De items hebben betrekking op het affect (2), op fysiologische (8) en psychologische (10)...