Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
De test bestaat uit 246 items, opgedeeld in 34 dimensies/schalen (7 items per dimensie, 7 items die sociaal wenselijke antwoorden meten en 1 ‘dummy' item), waarvan 13 dimensies aansluiten bij het Five Factor Model (FFM) (Openheid,...
De OP5 meet 5 dimensies, ook wel (hoofd)factoren genoemd en 30 persoonlijkheidstrekken (subschalen) met tegengestelde polen. Het aantal items per schaal varieert tussen 8 en 12. Het gaat om de dimensies:- Extraversie met subschalen: Risico nemen...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Observatieschaal met 16 items die bezigheden omschrijven m.b.t. onthouden en nadenken. Aan de informant (familielid of verzorgende) wordt gevraagd op vijfpuntsschalen, van "veel beter" via "niet veranderd" tot "veel slechter", aan te geven...
Vragenlijst van 80 items me drie antwoordmogelijkheden: niet bang, een beetje bang en erg bang. Bij onvoldoende leesvaardigheid kan de VAK mondeling worden afgenomen.Er zijn vijf subschalen: 1. Falen en kritiek, 2. Het onbekende, 3. Kleine...
Begeleidingsinstrument bestaand uit zes kaarten die elk aan de hand van één vraag met vijf antwoordmogelijkheden één dimensie van gezondheid meten:Lichamelijke fitheid, Gemoedstoestand, Dagelijks bezigheden, Sociale activiteiten, Veranderingen...
Begeleidingsinstrument met 65 items met grotendeels vierpunts antwoordschalen. Omvat 24 items betreffende de huiswerksituatie (op inhoudelijke gronden ingedeeld in zeven thema's), de schaal Huiswerkmoeilijkheden (13 items verdeeld over...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test omvat zeven subtests: 1. Begrip van woorden, 2. Begrip van zinnen, 3. Benoemen, 4. Opnoemen van woorden, 5. Spontaan taalgebruik, 6. Klankdiscriminatie, 7. Zinnen maken. Subtests 1 t/m 5 vormen samen de SAN-kernbatterij. Het materiaal...