Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Vragenlijst met 24 items in de vorm van een stelling. De leerling geeft op een 10-puntsschaal aan in hoeverre de stelling op hem/haar van toepassing is. Deze 10-puntsschaal in onderverdeeld in vier categorieën: ‘helemaal niet waar' (score 1 of...
Vragenlijst met 22 items in de vorm van een stelling. De docent geeft een score op een zespuntsschaal lopend van ‘geheel niet van toepassing' tot ‘in sterke mate van toepassing'.Het instrument is gebaseerd op de negen domeinen van Morrison,...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Observatieschaal met drie subschalen:Persoonlijkheidsontwikkeling en sociaal-emotioneel gedrag, waarin aspecten als zelfredzaamheid, zelfvertrouwen, zelfregulering, weerbaarheid e.d. aan bod komen;Motoriek waarin zowel de grove als fijne...
Vragenlijst van 80 items me drie antwoordmogelijkheden: niet bang, een beetje bang en erg bang. Bij onvoldoende leesvaardigheid kan de VAK mondeling worden afgenomen.Er zijn vijf subschalen: 1. Falen en kritiek, 2. Het onbekende, 3. Kleine...
Screeningsinstrument met 59 gebeurtenissen die met onderverdelingen totaal 115 items omvatten. Respondent moet aangeven welke van de genoemde gebeurtenissen hij/zij in het afgelopen jaar heeft meegemaakt en vervolgens op vijfpuntsschalen (van...
Vragenlijst met 40 items die drie subschalen omvatten: Directe Agressie, Indirecte Agressie en Sociale Wenselijkheid met resp. 16, 19 en 5 items. Respondent moet van elke uitspraak aangeven of deze ‘waar' of ‘onwaar' is.De BDHI-D kan gebruikt...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test omvat zeven subtests: 1. Begrip van woorden, 2. Begrip van zinnen, 3. Benoemen, 4. Opnoemen van woorden, 5. Spontaan taalgebruik, 6. Klankdiscriminatie, 7. Zinnen maken. Subtests 1 t/m 5 vormen samen de SAN-kernbatterij. Het materiaal...