Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Vragenlijst gericht op het kwantificeren van angst bij kinderen met 80 items verdeeld over vijf subschalen:- Angst voor falen en kritiek (FK): 23 items, bij 4 - 6 jarigen 17 items.- Angst voor het onbekende (O): 18 items.- Angst voor kleine...
Vragenlijst gericht op angstklachten met 69 items verdeeld over negen subschalen:- Separatieangststoornis (12 items): een buitensporige angst om gescheiden te worden van de personen aan wie zij gehecht zijn.- Paniekstoornis (13 items): een...
Zelfrapportageschaal bestaande uit 75 stellingen, te beantwoorden met ‘ja' of ‘nee'. De stellingen hebben betrekking op vijf domeinen waarvan bekend is dat zij zich lenen voor malingeren: cognitieve disfuncties, depressie, neurologische...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Begeleidingsinstrument met 20 items verdeeld over vijf subschalen: Algemene vermoeidheid, Lichamelijke vermoeidheid, Reductie in activiteit, Reductie in motivatie, Cognitieve vermoeidheid. Patiënt moet op een vijfpuntsschaal aangeven in...
Gedurende een zeer korte tijd (1/4 sec.) wordt op een projectiescherm een diabeeld aangeboden. Men moet vaststellen welke objecten zijn waargenomen. Op het antwoordformulier moet men een kruisje zetten bij ieder waargenomen object. Zes objecten...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De schaal omvat vier subschalen met elk 12 items: EO, eenzaamheid in de relatie met ouders; EL, eenzaamheid in de relatie met leeftijdgenoten; AN, aversie tegen of negatief beleefd alleen-zijn; AP, affiniteit voor of positief beleefd...