De test bestaat uit zeven subtests:Hoofdbewerkingen (HB): er wordt een getal gegeven, waarbij twee juiste sommen moeten worden gekozen uit vijf antwoordalternatieven (101 items);Woordbetekenis (WB): woord met dezelfde betekenis kiezen uit vijf...
Non-verbale intelligentietest, die inzicht beoogt te geven in het abstracte redeneervermogen. Het instrument heeft 40 items met een oplopende moeilijkheidsgraad. Ieder item bestaat uit een 3 bij 3 matrix en heeft 8 antwoordalternatieven. De taak...
Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De BOB is geconstrueerd door samenvoeging van subtests uit de Test Basisschool I en II, TBS, 1979. De acht subtests omvatten drie factoren: Verbale aanleg, Rekenkundige aanleg en Algemeen logisch inzicht en meten ook het werktempo. De...
Evaluatieschaal t.b.v. het spellingonderwijs in de vorm van een taakanalytisch systeem dat de spellingcategorieën van de volgende dictees hiërarchisch ordent:A. Diagnosedictee 4, OBD-Eindhoven (1978), t.b.v. groep 4;B. Praxisdictees 3.1, 4.1 en...
Test gebaseerd op het werkgeheugen model van Baddeley (1986) waarbij sterretjes afwisselend voorwaarts en achterwaarts geteld moeten worden. Bij 12 items moet na een plusteken voorwaarts en na een minteken achterwaarts worden geteld en bij 10...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De schaal omvat vier subschalen met elk 12 items: EO, eenzaamheid in de relatie met ouders; EL, eenzaamheid in de relatie met leeftijdgenoten; AN, aversie tegen of negatief beleefd alleen-zijn; AP, affiniteit voor of positief beleefd...