Test voor het in kaart brengen van cognitieve functies en andere ontwikkelingsfuncties, bestaande uit 30 subtests gericht op zes domeinen: ‘Intelligentie’, ‘Executieve functies’, ‘Psychomotoriek’, ‘Sociaal-emotionele competenties’, ‘Schoolse...
Vragenlijst bestaand uit drie versies: één voor ouders (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar), één voor leerkrachten (van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar) en een zelfrapportagevragenlijst voor kinderen van 11 tot...
Methode bestaande uit 16 opgaven. De opdracht is om drie gekleurde blokjes te verplaatsen vanuit een standaardconfiguratie op drie staafjes met verschillende lengte naar een doelpositie met een minimum aantal verplaatsingen. De opdrachten lopen...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Observatieschaal met 59 items die zes functioneringsgebieden bestrijken: Cognitie, Sociaal-emotioneel gedrag, ADL-Redzaamheid, Houding & Beweging, Communicatie, Sociaal-maatschappelijk functioneren die grotendeels overeenkomen met het...
De test bestaat uit de parallelversies 1 en 2. Elke versie heeft twee boodschappenlijsten A en B met 16 artikelen die door patiënt onthouden moeten worden, en een Recognitielijst met 44 items. Beide lijsten zijn op cassetteband ingesproken. Na...
Schaal bestaande uit 60 items die drie subschalen omvatten: Sterkte van excitatie (SE), Sterkte van inhibitie (SI) en Mobiliteit (MO) elk met 20 items. Cliënt moet op vierpuntsschalen van "helemaal eens" tot "helemaal oneens" aangeven of de...
Observatieschaal met 22 items die betrekking hebben op vijf factoren: Gestoorde mobiliteit, Verbale klachten, Niet-verbale klachten, Zenuwachtigheid en Depressiviteit. Getrainde verpleegkundigen die goed contact hebben met de patiënt vullen het...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...