Schooltoets bestaand uit vijf onderdelen met een oplopende moeilijkheidsgraad:‘Technisch lezen’: blad met 140 woorden waarvan er in 90 seconden zoveel mogelijk goed moeten worden voorgelezen.‘Taalverzorging’: toets bestaande uit 24 dicteewoorden...
Persoonlijkheidsvragenlijst die in kaart beoogd te brengen welke factoren van werk een persoon motiveren. In deze normatieve versie van het instrument wordt op ieder item een antwoord gegeven op een vijfpuntsschaal, die loopt van ‘zeer mee eens’...
Adaptieve cognitieve vaardighedentest met drie subtests: Figurenreeksen, Matrices en Cijferreeksen. Omdat het een per computer af te nemen adaptieve test (CAT) betreft, krijgt elke kandidaat minimaal 10 en maximaal 15 items uit elke subtest...
Persoonlijkheidsvragenlijst die in kaart beoogt te brengen welke factoren van werk een persoon motiveren. Er zijn twee versies: een normatieve en een ipsatieve versie. In de normatieve versie wordt op elk item een antwoord gegeven op een...
Test bestaande uit 9 subtests en 2 vragenlijsten:- Zinnen Begrijpen (ZB): een plaatje aanwijzen dat de aangeboden zin weergeeft.- Woordstructuur (WS): een zin aanvullen met de gevraagde woordvorm.- Actieve Woordenschat (AW): een ding, persoon of...
De COVAAR II is een cognitieve vaardighedentest opgebouwd uit drie subtests met elk acht items:- Verbale Analogieën.- Figuratieve Reeksen.- Analogieën met symbolen.De items van de drie subtests staan door elkaar heen. Voorafgaand aan de test...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Observatieschaal met 22 items die betrekking hebben op vijf factoren: Gestoorde mobiliteit, Verbale klachten, Niet-verbale klachten, Zenuwachtigheid en Depressiviteit. Getrainde verpleegkundigen die goed contact hebben met de patiënt vullen het...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...