Testbatterij met acht tests gericht op intellectuele capaciteiten:- Figurenreeksen: 30 reeksen van 4 figuren waarbij de kandidaat de logische voortzetting van de reeks uit vijf antwoordalternatieven kiest. Deze test meet het abstract...
Testbatterij met negen tests gericht op het meten van intellectuele capaciteiten:- Denken met Figuren: meet visueel abstractievermogen; 30 reeksen van vier figuren. Keuze uit een van vijf alternatieven die de reeks op logische wijze afmaakt.-...
Test bestaand uit acht subtests met 30 tot 45 items: Rekenvaardigheid, Componenten, Woordrelaties, Cijferreeksen, Controleren (100 items), Spiegelbeelden, Woordanalogieën en Exclusie. Kandidaat moet op aparte antwoordbladen de letter aanstrepen...
Observatieschaal met 49 beweringen die door een ouder/verzorger moeten worden aangekruist op een driepuntsschaal: ‘niet-', ‘soms-', ‘duidelijk van toepassing'. Er wordt gevraagd naar het gedrag van het kind gedurende de laatste twee maanden.De...
Vragenlijst bestaand uit 91 items verdeeld over 11 subschalen met zes tot elf items per subschaal. Drie subschalen betreffen gewicht en eetgedrag: Najagen van dunheid, Bulimia en Ontevredenheid met het lichaam. Zeven subschalen betreffen...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De YSR is de door de jongere zelf in te vullen versie van de CBCL. De YSR bestaat uit twee delen: 1. een vaardigheids- of competentiedeel met 17 vragen betreffende sport, hobbies, school e.d. die op twee- tot vierpuntsschalen beantwoord moeten...
Test met 13 subtests met oplopende moeilijkheidsgraad. Zeven subtests doen een beroep op simultane, zes subtests op sequentiële verwerking van stimuli:Simultane Schaal: MS, Magische schijf (15 items); GH, Gezichtsherkenning (15 items); GW,...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...