Adaptieve cognitieve vaardighedentest met drie subtests: Figurenreeksen, Matrices en Cijferreeksen. Omdat het een per computer af te nemen adaptieve test (CAT) betreft, krijgt elke kandidaat minimaal 10 en maximaal 15 items uit elke subtest...
Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
De COVAAR II is een cognitieve vaardighedentest opgebouwd uit drie subtests met elk acht items:- Verbale Analogieën.- Figuratieve Reeksen.- Analogieën met symbolen.De items van de drie subtests staan door elkaar heen. Voorafgaand aan de test...
Observatieschaal met 49 beweringen die door een ouder/verzorger moeten worden aangekruist op een driepuntsschaal: ‘niet-', ‘soms-', ‘duidelijk van toepassing'. Er wordt gevraagd naar het gedrag van het kind gedurende de laatste twee maanden.De...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De BOB is geconstrueerd door samenvoeging van subtests uit de Test Basisschool I en II, TBS, 1979. De acht subtests omvatten drie factoren: Verbale aanleg, Rekenkundige aanleg en Algemeen logisch inzicht en meten ook het werktempo. De...
Observatieschaal bestaand uit twee delen: voor 1 t/m 6 jaar en één voor 6 t/m 12 jaar, met elk 51 vragen waarvan 50 op een zespuntsschaal gescoord worden (van ‘nooit' tot ‘zeer frequent'). De vragen zijn voorzien van concrete voorbeelden en...
Gestandaardiseerde, semi gestructureerde beoordelingsschaal die in één sessie wordt afgenomen in voorgeschreven volgorde. Waar nodig zijn alternatieve formuleringen van de vragen gegeven. Omvat 548 items die alle belangrijke psychiatrische...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Vragenlijst met 50 items, bestaande uit twee vormen, de Zelfvorm en de Partnervorm waarbij cliënt resp. de houding tegenover de partner en partners houding tegenover cliënt beoordeelt door op een zespuntsschaal aan te geven in hoeverre een...