Leervorderingentoets die meet wat een leerling in leerjaar twee van het voortgezet onderwijs heeft geleerd in vergelijking met andere leerlingen op het gebied van de volgende kernvaardigheden: Nederlands leesvaardigheid, Nederlands woordenschat,...
Leervorderingentoets die meet wat een leerling in leerjaar -drie van het voortgezet onderwijs heeft geleerd in vergelijking met andere leerlingen op het gebied van de volgende kernvaardigheden: Nederlands leesvaardigheid, Nederlands...
Test bestaande uit twee onderdelen: Continu Benoemen en Woorden Lezen. Het onderdeel Continu Benoemen bestaat uit vier subtests:- Kleuren benoemen: taak bestaande uit stimuli met rechthoekige vlakjes in de kleuren geel, rood, blauw, groen en...
Test voor het meten van intellectuele capaciteiten en vaardigheden bestaande uit een Taaltest en acht subtests. Bij de keuze van de subtests is uitgegaan van een representatie van een breed spectrum van intelligentiefactoren, zoals verbaal,...
Observatieschaal met 22 vragen zoals ‘Heeft altijd huiswerk in orde' en ‘Wil altijd de baas spelen'. De leerkracht vult per leerling op 6-puntsschalen in, in hoeverre een bewering van toepassing is. De vragen omvatten vier subschalen:...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Observatieschaal met 22 vragen zoals ‘heeft altijd huiswerk in orde' en ‘wil altijd de baas spelen'. De leerkracht vult per leerling in op 6-puntsschalen in hoeverre de bewering van toepassing is. De vragen omvatten vier subschalen: Egocentrisme...
Evaluatieschaal met 16 beweringen verdeeld over twee factoren: 1. Houding t.a.v. rechtsregels en de mate waarin men zich daaraan gebonden acht (8 items); 2. Houding t.a.v. rechtsfunctionarissen (7 items). Eén item laadt op beide factoren. Op...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Vragenlijst met 50 items, bestaande uit twee vormen, de Zelfvorm en de Partnervorm waarbij cliënt resp. de houding tegenover de partner en partners houding tegenover cliënt beoordeelt door op een zespuntsschaal aan te geven in hoeverre een...