Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Vragenlijst met 23 uitspraken, waarmee wordt beoogd de kwaliteit van het gezinsfunctioneren te meten. De vragenlijst heeft twee schalen, te weten ‘Waardering’ en ‘Samenwerking’. De schaal ‘Waardering’ heeft betrekking op het affectief klimaat...
Vragenlijst die deel uitmaakt van de set Vragenlijsten Gezin en Opvoeding, dit zijn vier vragenlijsten die diverse aspecten van de opvoedingsomgeving in beeld brengen. De VGFO bevat 28 vragen waarmee vijf aspecten van het gezinsfunctioneren...
Zelfbeoordelingsinstrument, dat bestaat uit drie sets van 11 (dezelfde) schalen om effectief gedrag, behoeften en stressgedrag te beschrijven:- Empathy preference (Empathy)- Activity preference (Activity)- Thought preference (Thought)-...
Vragenlijst van 30 items die vijf subschalen met elk 5 items omvatten: Ondersteuning in het werk, Autonomie bij de werkzaamheden, Relaties met collega's, Aard van het werk en Arbeidsvoorwaarden. De werknemer moet op een vijfpuntsschaal aangeven...
Vragenlijst van 30 items die vijf subschalen met elk 5 items omvatten: Ondersteuning in het werk, Autonomie bij de werkzaamheden, Relaties met collega's, Aard van het werk en Arbeidsvoorwaarden. De leerkracht moet op een vijfpuntsschaal aangeven...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
De test is gebaseerd op de theorieën van Boszormenyi-Nagy en Stierlin en bestaat uit zes subtests: Superego binding (12 items), Affectieve binding (10 items), Kwetsbaarheid (7 items), Rechtvaardigheid (12 items), Erkenning (13 items) en...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test omvat vijf reeksen (A, B, C, D, en E) van 60 opgaven in totaal, die elk bestaan uit één of meer figuren. De opgaven zijn gebaseerd op verschillende figuratieve principes in de systematische samenhang der delen of figuren. Elke reeks...