Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
De toetsen Technisch Lezen zijn onderdeel van een leerlingvolgsysteem en meten de technische leesvaardigheid van leerlingen uit groep 6 tot en met groep 8. De toets voor deze groepen bestaat uit één schaal, te weten Leestempo. Na de instructie...
Toets bestaande uit twee delen, de Doorstreepleestoets 1 (DLT1) en de Doorstreepleestoets 2 (DLT2). De DLT1 bestaat uit eenlettergrepige woorden en is geschikt voor leerlingen uit alle groepen. De DLT2 bestaat uit tweelettergrepige woorden en is...
Begeleidingsinstrument bestaand uit 2 vragen over achtergrondkenmerken, 8 indicatieve vragen over gezondheid, welbevinden, enz., 5 vragen over psychosomatische klachten, 3 vragen over bovenmatig gebruik van genotmiddelen, 3 vragen over...
Begeleidingsinstrument bestaand uit 2 onderdelen: een lijst met 12 items die door de ouders wordt ingevuld, voorafgaand aan het PGO. De ouders vullen in of de stellingen ‘waar', ‘een beetje waar' of ‘niet waar' zijn met betrekking tot gedrags-...
Drie leeskaarten, elk met specifieke woordtypen, die achtereenvolgens één minuut hardop moeten worden gelezen. Er zijn van elke kaart drie parallelversies. Tevens twee diagnostische toetsen: een grafementoets en een toets voor auditieve...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Uitgebreide neuropsychologische batterij van 29 onderdelen die in drie sessies wordt afgenomen in voorgeschreven volgorde. Op meer manieren en op verschillende tijdstippen worden cognitieve functies met wisselende moeilijkheidsgraad gemeten. De...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De schaal omvat vier subschalen met elk 12 items: EO, eenzaamheid in de relatie met ouders; EL, eenzaamheid in de relatie met leeftijdgenoten; AN, aversie tegen of negatief beleefd alleen-zijn; AP, affiniteit voor of positief beleefd...