Adaptieve cognitieve vaardighedentest met drie subtests: Figurenreeksen, Matrices en Cijferreeksen. Omdat het een per computer af te nemen adaptieve test (CAT) betreft, krijgt elke kandidaat minimaal 10 en maximaal 15 items uit elke subtest...
Testbatterij met acht tests gericht op intellectuele capaciteiten:- Figurenreeksen: 30 reeksen van 4 figuren waarbij de kandidaat de logische voortzetting van de reeks uit vijf antwoordalternatieven kiest. Deze test meet het abstract...
Testbatterij met negen tests gericht op het meten van intellectuele capaciteiten:- Denken met Figuren: meet visueel abstractievermogen; 30 reeksen van vier figuren. Keuze uit een van vijf alternatieven die de reeks op logische wijze afmaakt.-...
De COVAAR II is een cognitieve vaardighedentest opgebouwd uit drie subtests met elk acht items:- Verbale Analogieën.- Figuratieve Reeksen.- Analogieën met symbolen.De items van de drie subtests staan door elkaar heen. Voorafgaand aan de test...
Vragenlijst met 160 items die tien gedragsstijlen omvatten: PA Leidend, beïnvloedend; BC Competitief, onafhankelijk; DE Aanvallend, agressief; FG Kritisch, wantrouwend; nFnG Gereserveerd, zwijgzaam; HI Teruggetrokken, verlegen; JK Afhankelijk,...
Vragenlijst bestaande uit twee schalen: 20 items betreffen toestandsangst (DY 1) en 20 items betreffen angstdispositie (DY 2). Cliënt antwoordt op vierpuntsschaal van ‘geheel niet' (score 1) tot ‘zeer veel' (score 4) en ‘bijna nooit' (score 1)...
Vragenlijst met 63 beweringen waarvan cliënt moet aangeven op een vijfpuntsschaal in hoeverre ze op hem van toepassing zijn. De schaal omvat vier subschalen: 1. Identiteitsverwarring en -fragmentering (25 items), 2. Controleverlies (18 items),...
Vragenlijst bestaande uit twee schalen; de 20 items van de toestandsangstschaal vragen hoe het kind zich nu voelt, de 20 items van de angstdispositieschaal vragen hoe het kind zich in het algemeen voelt. Driepuntsantwoordschalen. Bij elke...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...