Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Schooltoets bestaand uit 60 in moeilijkheidgraad oplopende items. De opgenomen rekencategorieën zijn: optellen en aftrekken met hele getallen, decimalen en breuken; vermenigvuldigen; delen; simultane/complexe bewerkingen; meten, tijd en geld;...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. Invulling door de dagelijkse begeleiders. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheid oplopende subitems. De SRZ heeft vier subschalen: Zelfredzaamheid (Z, 12 items), Taalgebruik...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. In een gestructureerd vraaggesprek met ouders, verzorgers of begeleiders worden de items van de SRZ-i ingevuld. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheidsgraad oplopende subitems....
De schaal wordt als interview afgenomen bij ouder, verzorger of begeleider die het kind goed kent. De afname dient het karakter van een gesprek te hebben; er wordt doorgevraagd naar wat het kind/de jeugdige feitelijk doet, tot de items gescoord...
Schooltoets bestaand uit 60 in moeilijkheidgraad oplopende items. De toets wordt afgenomen in december. De opgenomen rekencategorieën zijn: optellen en aftrekken met hele getallen, decimalen en breuken; vermenigvuldigen; delen;...
Autonomieschaal (deel uitmakend van een uitgebreide vragenlijst, voor een deel gebaseerd op andere, buitenlandse vragenlijsten) met 10 items. Cliënt antwoordt op vijfpuntsschalen (van ‘erg weinig' tot ‘erg veel') of het werk gelegenheid biedt...
Deze schaal is een uitbreiding naar boven van de SRZ en bevat 63 items, verdeeld over drie subschalen: Zelfredzaamheid I (15 items), Zelfredzaamheid II (15 items) en Verbaal-Numeriek (17 items) en 16 restitems (R).De SRZ-P dient ingevuld te...
Schaal met 67 items die op een vijfpuntsschaal worden beantwoord. Er zijn vijf subschalen:AE, angst en onzekerheid over de eigen gezondheid;AA algemene gezondheidsangst verwijzend naar overprotectieve gezondheidsopvattingen;ZO,...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.