Computertoets bestaande uit twee delen: een theorietoets en een praktijktoets. De theorietoets bestaat uit 60 vragen, verdeeld over twee taken van 30 vragen. De toets bevat vragen over vijf categorieën van onderwerpen: constructies,...
Vragenlijst bestaande uit vijf basisschalen die het gezinsfunctioneren weergeven:1. Responsiviteit: de opvoedingsrelatie van de ouders met het kind.2. Communicatie: de communicatie van de ouders met het kind.3. Organisatie: de context waarbinnen...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. Invulling door de dagelijkse begeleiders. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheid oplopende subitems. De SRZ heeft vier subschalen: Zelfredzaamheid (Z, 12 items), Taalgebruik...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. In een gestructureerd vraaggesprek met ouders, verzorgers of begeleiders worden de items van de SRZ-i ingevuld. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheidsgraad oplopende subitems....
De schaal wordt als interview afgenomen bij ouder, verzorger of begeleider die het kind goed kent. De afname dient het karakter van een gesprek te hebben; er wordt doorgevraagd naar wat het kind/de jeugdige feitelijk doet, tot de items gescoord...
Batterij van zeven bestaande tests die zijn gecomputeriseerd en waarbij een Response Device nodig is voor een gestandaardiseerde afname.De tests zijn: 1. Reaction time; 2. Mathematical Processing; 3. Memory Search; 4. Spatial Processing; 5....
De MPVC is met uitzondering van twee items gelijk aan de MPVH en bestaat uit 52 items met antwoordcategorieën juist, ? en onjuist. Patiënt moet aangeven welk antwoord de laatste tijd op hem van toepassing is. De vier subschalen zijn...
Deze schaal is een uitbreiding naar boven van de SRZ en bevat 63 items, verdeeld over drie subschalen: Zelfredzaamheid I (15 items), Zelfredzaamheid II (15 items) en Verbaal-Numeriek (17 items) en 16 restitems (R).De SRZ-P dient ingevuld te...
Beoordelingsschaal met 12 items betreffende de aan- of afwezigheid van gemiddeld-normaal gedrag (contact leggen, actief taalgebruik) of ongewoon c.q. gestoord gedrag (stereotypie-en, automutilatie enz.).
Vragenlijst met 26 items. Cliënt moet aangeven hoe vaak per maand bepaalde klachten zoals hoofdpijn, duizeligheid, gevoel flauw te vallen e.d. voorkomen. Frequentiescoring op een zespuntsschaal.