Het instrument bestaat uit 13 subtests, onderverdeeld naar twee domeinen en vier subdomeinen. Binnen het domein ‘spraak' wordt onderscheid gemaakt naar de subdomeinen ‘auditieve verwerking' en ‘spraakproductie' en binnen het domein ‘taal' naar...
Vragenlijst bestaande uit drie delen met in totaal 88 vragen. Het eerste deel bestaat uit 40 vragen met twee antwoordmogelijkheden. De cliënt krijgt de opdracht om het antwoord aan te kruisen dat het best omschrijft wat hij/zij vindt of hoe...
Test bestaande uit zes subtests:1. Telrij kennen: telwoorden kennen, tactiel tellen, tellen met een bovengrens/ondergrens, tellen met een boven- en ondergrens en met sprongen tellen.2. Tellen: telvolgorde correct aanhouden, 1-1 correspondentie,...
Drie leerdoelgerichte schooltoetsen die aspecten van begrijpend lezen meten: op woordniveau de Begrippentest (35 items, afname nov.-jan.) en de Woordenschattest (35 items, afname oktober en april) en op zins- en tekstniveau de Begrijpend...
Drie leerdoelgerichte schooltoetsen (niet gebonden aan bepaalde lees- of taalmethode) die aspecten van begrijpend lezen meten: op woordniveau de Begrippentest (36 items, afname sept. t/m nov.) en de Woordenschattest (36 items afname april en...
Twee leerdoelgerichte schooltoetsen (niet gebonden aan bepaalde lees- of taalmethode) die aspecten van begrijpend lezen meten: de Begrijpend Leestest meet op woord-, zins- en tekstniveau (30 items, afname oktober en april groep 6) en de...
Schooltoets (2 parallelvormen A en B) die niet gebonden is aan een bepaalde lees- of taalmethode. Na een informatieve tekst moet de leerling vragen beantwoorden die betrekking hebben op woord-, zins- of tekstniveau en kiest daarbij uit vier...
Vier taakgerichte schooltoetsen die bepaalde aspecten van het begrijpend lezen meten, nl. begrijpen van de betekenis van geschreven woorden (Synoniementest, 30 items), begrijpen van geschreven woorden die telkens elkaars tegenstelling zijn...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Vragenlijst met 26 items. Cliënt moet aangeven hoe vaak per maand bepaalde klachten zoals hoofdpijn, duizeligheid, gevoel flauw te vallen e.d. voorkomen. Frequentiescoring op een zespuntsschaal.