Test bestaande uit drie onderdelen: ‘Letterpatronen’, ‘Woordrelaties’ en ‘Cijferpatronen’. Bij ‘Letterpatronen’ moeten kandidaten twee letters invoeren om een reeks kloppend te maken. Bij ‘Woordrelaties’ moeten kandidaten één woord uit vijf...
Test bestaande uit vier onderdelen: ‘Analogieën’ (13 items), ‘Cijferreeksen’ (13 items), ‘Diagrammen’ (15 items) en ‘Figuurreeksen’ (12 items). Bij ‘Analogieën’ moeten kandidaten twee woorden uit elk drie antwoordalternatieven kiezen zodat de...
Test bestaande uit vier onderdelen: ‘Analogieën’ (15 items), ‘Cijferreeksen’ (12 items), ‘Diagrammen’ (13 items) en ‘Figuurreeksen’ (15 items). Bij ‘Analogieën’ moeten kandidaten twee woorden uit elk drie antwoordalternatieven kiezen zodat de...
Capaciteitentest met twee versies, een volledige en een verkorte versie. De volledige versie bestaat uit zes subtests met in totaal 97 items. Deze zes subtests zijn verdeeld over drie inhoudsgebieden:- Cijfermatige Capaciteiten (CCAP), met de...
Capaciteitentest met 28 items. Elk item bevat een patroon van schematische puzzels die steeds in twee opzichten tegelijk wijzigen. In elke puzzel ontbreekt een deel, de respondent dient uit de geboden opties het ontbrekende deel te kiezen. De...
Vragenlijst bestaande uit 36 items, opgedeeld in een A- en een B-vraag. De A-vraag heeft betrekking op het voorkomen van een klacht en indien dit het geval is ook de ernst van de klacht. Er zijn vragen op de deelgebieden lichaamsfuncties,...
Test bestaande uit zeven subtests:- Verbaal-inductief: Analogieën (ANA). Subtest bestaande uit 17 items waarbij de juiste analogie gekozen moet worden uit vijf antwoordmogelijkheden.- Numeriek-inductief: Cijferreeksen (CYF). Subtest bestaande...
Vragenlijst met 14 items met betrekking tot catastrofale gedachten over mogelijke consequenties bij een angstaanval. Respondent moet aangeven op een vijfpuntsschaal (van ‘nooit' tot ‘altijd') hoe vaak iedere gedachte voorkomt bij angst of...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Vragenlijst met 26 items. Cliënt moet aangeven hoe vaak per maand bepaalde klachten zoals hoofdpijn, duizeligheid, gevoel flauw te vallen e.d. voorkomen. Frequentiescoring op een zespuntsschaal.