Test bestaande uit drie subtests, ‘Matrices’, ‘Puzzels’ en ‘Gewichten’, van ieder 25 items. Bij ‘Matrices’ kijkt het kind naar een onvolledige matrix en selecteert uit acht antwoordopties het antwoord dat in het lege vak hoort en de matrix...
Gedragsobservatielijst bestaande uit vier schalen: ‘taakgerichtheid’ (12 items), ‘sociabiliteit’ (10 items), ‘zelfwaardering’ (7 items) en ‘egocentrisme’ (6 items). Bij elk item moet worden aangegeven in welke mate de beschreven eigenschap voor...
Zien! is een leerlingvolg- en expertsysteem op het gebied van sociaal emotioneel functioneren. Het instrument is een leerlingvragenlijst die bestaat uit 22 stellingen, waarbij twee categorieën worden onderscheiden:Ruimtenemend gedrag: gedrag...
Zien! is een leerlingvolg- en expertsysteem op het gebied van sociaal emotioneel functioneren. Het instrument is een leerlingvragenlijst die bestaat uit 32 stellingen, waarmee twee graadmeters en aantal categorieën in kaart wordt...
Leerkrachtvragenlijst bestaande uit 32 items, waarbij drie dimensies (subschalen) worden onderscheiden:- Sociaal gedrag (9 items): gedrag waarin kinderen hun sociale vaardigheid tot uitdrukking brengen,- Welbevinden (15 items): gedragsuitingen...
Zien! is een leerlingvolg- en expertsysteem op het gebied van sociaal emotioneel functioneren. Het instrument bestaat uit 28 stellingen behorend bij zeven categorieën, vijf op het gebied van sociaal functioneren en twee op het gebied van...
Testserie bestaande uit drie onderdelen:- Numerieke Aanleg Test (NAT):* Rekenvaardigheid: test bestaande uit 80 rekenopgaven, waarbij het juiste antwoord gekozen moet worden uit vier antwoordmogelijkheden.* Cijferreeksen: test bestaande uit 26...
Deze toets maakt deel uit van het DLE Leerlingvolgsysteem en vervangt de Tempo Test Rekenen, (De Vos, 1992). Hij bestaat uit 200 in moeilijkheidsgraad oplopende sommen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen tot 100. Hierbij zijn...
De VSPS is gebaseerd op het meervoudig risicomodel van psychosociale (gedrags)proble-matiek bij jeugdigen van Van der Ploeg en Scholte (1990-1997) dat vijf belangrijke risicogebieden omvat (gedrag, persoonlijkheid, gezinsmilieu, schoolsituatie,...
Beoordelingsschaal met 12 items betreffende de aan- of afwezigheid van gemiddeld-normaal gedrag (contact leggen, actief taalgebruik) of ongewoon c.q. gestoord gedrag (stereotypie-en, automutilatie enz.).