Vragenlijst waarmee beoogd wordt om emotionele intelligentie bij kinderen en jeugdigen te meten. Het instrument heeft twee varianten: een informatenrapportage die ingevuld wordt door de ouders/opvoeders van het kind/de jeugdige of door andere...
Vragenlijst met 48 vragen (12 items per subschaal). Het instrument heeft de volgende vier subschalen:Eenzaamheid in de relatie met de ouders (EO).Eenzaamheid in de relaties met leeftijdsgenoten (EL).Aversie tegenover alleen zijn (AN).Affiniteit...
Vragenlijst bestaande uit 34 items die verdeeld zijn over vier subschalen. De subschalen zijn: Herbeleving (7 items), Vermijding (11 items), Verhoogde Prikkelbaarheid (6 items) en Overige Kindspecifieke Reacties (10 items). Op basis van de...
Vragenlijst bestaande uit 61 gedragsbeschrijvingen, waarbij door de ouder of leerkracht aangegeven moet worden in welke mate ze van toepassing zijn op het kind. Er zijn vier antwoordalternatieven lopend van ‘helemaal niet van toepassing' tot...
Vragenlijst bestaande uit 34 items die verdeeld zijn over vier subschalen. De subschalen zijn: Herbeleving (7 items), Vermijding (11 items), Overgeprikkeldheid (6 items) en Overige Kindspecifieke Reacties (10 items). Tevens wordt er een...
De observatielijst bestaat uit 42 items. Met steeds drie tot zeven items worden de volgende aandachtspunten geobserveerd door de leidster/leerkracht: Zelfredzaamheid, Zelfregeling, Weerbaarheid, Welbevinden, Relatie met anderen, Motoriek,...
Testserie met 17 subtests, deels enigszins gewijzigd overgenomen uit bestaand materiaal (Luria), deels aangepast (Lezak, Halstead-Reitan) of nieuw ontworpen. De subtests horen elk bij één van de vijf hoofdgroepen: Verbale functies,...
Vragenlijst met 24 items van vier woorden. De werknemer moet aangeven welk woord hem in de werksituatie het best (B) en het minst (M) beschrijft. De vragenlijst is gebaseerd op het model van W.M. Marston, 1928 dat de eigenschappen Dominantie,...
De schaal omvat vier subschalen met elk 12 items: EO, eenzaamheid in de relatie met ouders; EL, eenzaamheid in de relatie met leeftijdgenoten; AN, aversie tegen of negatief beleefd alleen-zijn; AP, affiniteit voor of positief beleefd...