Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Woordproductietest bestaande uit twee onderdelen. Opdracht voor de cliënt is om in één minuut zoveel mogelijk verschillende woorden uit een bepaalde semantische categorie op te noemen. Het eerste onderdeel bestaat uit het opnoemen van zoveel...
Vragenlijst met 25 groepen van vijf uitspraken. Men moet de uitspraak omcirkelen die het best beschrijft hoe men zich de afgelopen week heeft gevoeld. Indien van toepassing moet een extra vraag over de aanwezigheidsduur (korter of langer dan...
Schaal met 46 items plus 10 sociale wenselijkheidsitems, voorafgegaan door twee voorbeelditems. Er worden zes subschalen onderscheiden die gericht zijn op verschillende aspecten van sociale angst: de items binnen deze subschalen verwijzen naar...