Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Begeleidingsinstrument bestaand uit een set van 15 werkbladen voor elke leerling en een leerlingboekje met voor de zes te meten ontwikkelingsaspecten steeds tien opdrachten die opklimmen in moeilijkheidsgraad (fases). Afhankelijk van de situatie...