Test met 204 items gericht op de receptieve kennis van woordenschat. De aangeboden doelwoorden zijn verdeeld over verschillende categorieën woordsoorten:- werkwoorden;- bijvoeglijk naamwoorden;- zelfstandig naamwoorden;- woordgroepen.Daarnaast...
Vragenlijst bestaand uit 32 items. De items bestaan uit onafgemaakte zinnen, waarbij de cliënt de zin afmaakt zoals hij dat zelf wil. Voorbeeld item 8: "Ik kom in de problemen door...".De ZALC is gebaseerd op de theorie van J. Loevinger (1976,...
Vragenlijst met 93 vragen gericht op algemene kennis van leidinggeven in de praktijk. Het instrument bestaat uit drie subschalen: Leidinggevende Praktijken (LP, 20 items), Aanbevolen Personeelsbeleid (AP, 30 items) en Opinies van Leidinggevende...
Begeleidingsinstrument bestaand uit 18 vierkeuze-items waarbij cliënt de alternatieven moet rangordenen van ‘meest van toepassing' tot ‘minst van toepassing'. De alternatieven geven de voorkeuren weer voor vier verschillende typerende vormen van...
Test met 6 subtests: Regel-wisseltest, Actie-plantest, Sleutel-zoektest, Dierentuin-plattegrondtest, Temporele-schattingtest, Vereenvoudigde Zes-elemententest. Bij de test hoort de DEX vragenlijst met 20 items m.b.t. emotionele en...
De vragenlijst is gebaseerd op de Sociale Leertheorie van Rotter en bestaat uit zeven sets subschalen (sets van 5 tot 21 items): 1. Psychosexuele stimuli, 2. Attractie tot huwelijk/ relatie, 3. Engsexuele motivatie, 4. Beleving, 5. Gedrag, 6....
Schooltoets bestaand uit twee kaarten met elk 116 pseudowoorden in oplopende moeilijkheidsgraad. De Klepel is gebaseerd op de dual-route theorie van het technisch lezen (Coltheart, 1978/1980) en dient samen met de Een-Minuut-Test (Brus &...
Vragenlijst die cliënt thuis invult en waaruit de in te stellen therapeutische interventies herleid kunnen worden. Deel I ‘Gegevens over uw achtergrond' bestaat uit zeven onderdelen met een verschillend aantal vragen: Algemeen, Ontstaan en...
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...
Observatieschaal met 35 gedragsaspecten die door medewerkers van de verpleging of verzorging op een driepuntsschaal worden gescoord. De subschalen zijn 1. Hulpbehoevendheid, 2. Agressiviteit, 3a. Lichamelijke invaliditeit, 3b. Depressief gedrag,...