Testbatterij voor de screening van neuropsychologische functies op drie niveaus van cognitieve complexiteit. Deze drie niveaus komen overeen met het model van Alexander Luria over functionele eenheden in het brein (1966-1980). Samengevat...
Vragenlijst bestaand uit 32 items. De items bestaan uit onafgemaakte zinnen, waarbij de cliënt de zin afmaakt zoals hij dat zelf wil. Voorbeeld item 8: "Ik kom in de problemen door...".De ZALC is gebaseerd op de theorie van J. Loevinger (1976,...
Test met 6 subtests: Regel-wisseltest, Actie-plantest, Sleutel-zoektest, Dierentuin-plattegrondtest, Temporele-schattingtest, Vereenvoudigde Zes-elemententest. Bij de test hoort de DEX vragenlijst met 20 items m.b.t. emotionele en...
Test met 12 items die een positieve of negatieve gebeurtenis aan de orde stellen waarbij gevraagd wordt op een zevenpuntsschaal de voornaamste oorzaak ervan te beschrijven: "ligt geheel bij anderen of omstandigheden" tot "ligt geheel bij...
De SIG-A is een voor jonge adolescenten bewerkte versie van de SIG. De vragenlijst heeft 47 items, waarbij voor elke situatie m.b.v. een vierpuntsschaal aangegeven moet worden hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men door eigen...
‘State’ vragenlijst met 50 items waarbij men bij elke situatie m.b.v. een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men in die situatie verkeert door eigen toedoen. De vier subschalen zijn: NEG, het uiten van...
De vragenlijst is gebaseerd op de Sociale Leertheorie van Rotter en bestaat uit zeven sets subschalen (sets van 5 tot 21 items): 1. Psychosexuele stimuli, 2. Attractie tot huwelijk/ relatie, 3. Engsexuele motivatie, 4. Beleving, 5. Gedrag, 6....
Schooltoets bestaand uit twee kaarten met elk 116 pseudowoorden in oplopende moeilijkheidsgraad. De Klepel is gebaseerd op de dual-route theorie van het technisch lezen (Coltheart, 1978/1980) en dient samen met de Een-Minuut-Test (Brus &...
De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.