Test bestaande uit drie verschillende toetsen, namelijk ‘Begrijpend lezen’, ‘Rekenen-Wiskunde’ en ‘Taalverzorging’. Van iedere toets zijn twee versies beschikbaar voor twee afnamen per jaar. De toets ‘Begrijpend lezen’ bestaat uit de onderdelen...
Test bestaande uit twee verschillende soorten toetsen, namelijk ‘Mondelinge taal’ en ‘Rekenen’. De toets ‘Mondelinge taal’ bestaat uit de onderdelen ‘woordbegrip’, ‘zinsbegrip’ en ‘verhaalbegrip’ en de toets ‘Rekenen’ bestaat uit de onderdelen...
Vragenlijst bestaand uit 32 items. De items bestaan uit onafgemaakte zinnen, waarbij de cliënt de zin afmaakt zoals hij dat zelf wil. Voorbeeld item 8: "Ik kom in de problemen door...".De ZALC is gebaseerd op de theorie van J. Loevinger (1976,...
Vragenlijst met veertig items en acht subschalen waarmee wordt onderzocht welke leiderschapsstijl cliënt hanteert: Directief, Overtuigend, Participerend, Delegerend, Middenpositie, Resultaatgericht, Relatiegericht en Actief-Passief. De...
Vragenlijst met 34 items die een bepaalde gevoelstoestand beschrijven en die drie subschalen omvatten: Zorg (14 items), Emotie (12 items) en (gebrek aan) Zelfvertrouwen (8 items). Op vijfpuntsschalen moet de leerling aangeven hoe hij/zij zich op...
De evaluatieschaal bestaat uit twee gedeelten. Het eerste deel met 24 items vraagt naar gedachten en gevoelens (taakspecifieke cognities en emoties) van leerlingen voorafgaand aan een taak, het tweede deel met 14 items vraagt naar de gedachten...
Test met 6 subtests: Regel-wisseltest, Actie-plantest, Sleutel-zoektest, Dierentuin-plattegrondtest, Temporele-schattingtest, Vereenvoudigde Zes-elemententest. Bij de test hoort de DEX vragenlijst met 20 items m.b.t. emotionele en...
De vragenlijst is gebaseerd op de Sociale Leertheorie van Rotter en bestaat uit zeven sets subschalen (sets van 5 tot 21 items): 1. Psychosexuele stimuli, 2. Attractie tot huwelijk/ relatie, 3. Engsexuele motivatie, 4. Beleving, 5. Gedrag, 6....
De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
De vragenlijst bestaat uit 89 vragen met meervoudige antwoordvorm. De jongere kiest het antwoord dat op hem/haar het meest van toepassing is. Er zijn vier subschalen: P (34 items), F- (14 items), F+ (18 items) en SW (23 items).