Test bestaande uit twee delen, de subtest FoneemWeglating (FW) en de subtest FoneemVerwisseling (FV), met elk 12 items. De items van FW bestaan uit een woord dat het kind moet uitspreken waarbij een gedeelte van het woord weggelaten moet worden....
Methode bestaande uit twee oefenitems en zes scenario's. Een scenario is een alledaagse communicatieve setting, bestaande uit drie opeenvolgende situaties (items). Elk item bestaat uit een tekening van de situatie en een tekst die auditief wordt...
Vragenlijst met 24 items in de vorm van een stelling. De leerling geeft op een 10-puntsschaal aan in hoeverre de stelling op hem/haar van toepassing is. Deze 10-puntsschaal in onderverdeeld in vier categorieën: ‘helemaal niet waar' (score 1 of...
Vragenlijst met 22 items in de vorm van een stelling. De docent geeft een score op een zespuntsschaal lopend van ‘geheel niet van toepassing' tot ‘in sterke mate van toepassing'.Het instrument is gebaseerd op de negen domeinen van Morrison,...
Vragenlijst/observatielijst met 26 items gericht op de sociale competentie van leerlingen in de context van school. Sociale competentie wordt gedefinieerd als het adequaat kunnen en willen handelen in sociale situaties. Kennis, vaardigheden en...
Vragenlijst bestaand uit 32 items. De items bestaan uit onafgemaakte zinnen, waarbij de cliënt de zin afmaakt zoals hij dat zelf wil. Voorbeeld item 8: "Ik kom in de problemen door...".De ZALC is gebaseerd op de theorie van J. Loevinger (1976,...
Test bestaand uit acht subtests met 30 tot 45 items: Rekenvaardigheid, Componenten, Woordrelaties, Cijferreeksen, Controleren (100 items), Spiegelbeelden, Woordanalogieën en Exclusie. Kandidaat moet op aparte antwoordbladen de letter aanstrepen...
Test met 6 subtests: Regel-wisseltest, Actie-plantest, Sleutel-zoektest, Dierentuin-plattegrondtest, Temporele-schattingtest, Vereenvoudigde Zes-elemententest. Bij de test hoort de DEX vragenlijst met 20 items m.b.t. emotionele en...
De vragenlijst is gebaseerd op de Sociale Leertheorie van Rotter en bestaat uit zeven sets subschalen (sets van 5 tot 21 items): 1. Psychosexuele stimuli, 2. Attractie tot huwelijk/ relatie, 3. Engsexuele motivatie, 4. Beleving, 5. Gedrag, 6....
De observatieschaal bestaat uit 120 zevenpuntsschalen waarop de beoordelaar steeds een gedragsaspect van de jeugdige moet scoren. De schalen vormen samen 10 min of meer geïntercorreleerde gedragspatronen (gebaseerd op voorlopige patronen van...